Pete Carroll is een van de meest succesvolle coaches uit de geschiedenis van het American Football. Hij is één van de drie coaches die zowel The Super Bowl als het nationale kampioenschap College Football heeft gewonnen. In 2013 won hij met de Seattle Seahawks The Super Bowl. Dit is één van de belangrijkste sportevenementen in de Verenigde Staten en wordt vaak officieus beschouwd als een nationale feestdag. Met meer dan honderd miljoen kijkers behoort het evenement samen met de UEFA Champions League tot de best bekeken sportevenementen ter wereld.

Toch is het succes bij Carroll niet komen aanwaaien. Hij is als coach vijf keer ontslagen geweest, waarvan twee keer als NFL coach. Het waren deze tegenslagen die hem tot een intensief proces van zelfonderzoek aanzetten. Hij vroeg zich af waar hij winst kon boeken. Hij kwam tot de conclusie dat hij een visie had waar hij achter stond, maar dat hij deze niet super duidelijk kon articuleren. Hij had de details niet volledig uitgewerkt waardoor hij de informatie niet kraakhelder en overtuigend kon overdragen.

In het najaar van 2000 dwong Carroll zichzelf om zijn visie kraakhelder op papier te zetten. Het was een maandenlang proces. Het was de dagelijkse discipline die er uiteindelijk voor zorgde dat zijn filosofie haarfijn op papier kwam te staan. Zijn complete filosofie kun je lezen in zijn boek Win Forever. Ik heb hieronder een korte samenvatting gemaakt van zijn belangrijkste boodschappen.

Filosofie
Tijdens het verwoorden van zijn filosofie kwam Carroll tot de conclusie dat het spelen van competitie zijn centrale thema zou zijn. Carroll heeft zijn visie uitgetekend in een eenvoudig schema welke bestaat uit vier bouwstenen: geloofsysteem, centrale thema, klimaat en presteren. Als Carroll ooit weer een team zou coachen, zou hij een organisatie bouwen rondom het thema ‘competitie spelen’. Hij zou het fundament van de organisatie bouwen op basis van het volgende uitgangspunt: ‘doe de dingen beter dan dat ze ooit gedaan zijn.’

Win Forever - Pete Carroll

Centrale Thema
In de filosofie van Carroll draait presteren om ‘competitie spelen’. Je speelt competitie of je speelt geen competitie. Het uitgangspunt hierbij is dat je er alles aan doet om verbetering na te streven. Carroll heeft in mijn optiek een mooie benadering van het thema ‘competitie spelen’. Meestal wordt competitie als een krachtmeting tussen individuen, teams of naties gedefinieerd. Maar in Carroll zijn visie draait het om veel meer dan dat. Het is een levenshouding en een mindset waarmee je het leven benadert. Hij zegt dat voor spelers echte tegenstand niet alleen van het andere team hoeft te komen — verre van dat. Echte tegenstand komt van binnen en niet van je tegenstander. Het is de uitdaging om gefocust te blijven en de competitie met jezelf aan te gaan, iedere dag opnieuw.

De essentie van competitie spelen betekent in Carroll zijn ogen niet het verslaan van je tegenstander. Het gaat erom dat je je uiterste best doet en dat je dus alles geeft wat je in je hebt zitten. Het gaat om het optimaal bevrijden van je potentieel, het steeds weer streven naar verbetering in alles wat je doet. Dit is competitie in zijn puurste vorm. Hoe succesvol je ook bent er is altijd wel een element wat je nog kunt verbeteren.

Verder geeft Carroll aan dat hij met veel coaches heeft samengewerkt die de hele week spelers aan het voorbereiden zijn op een ‘grote wedstrijd’ door alleen maar te praten over de plaats op de ranglijst. Deze coaches doen er alles aan om rivaliteit te creëren met het andere team. Ze zetten de tegenstander als een vijand weg. Natuurlijk win je hier af en toe wedstrijden mee, maar dit is niet de strategie waar Carroll achter staat. De kernboodschap van ‘het spelen van competitie’ heeft volgens hem niets te maken met de tegenstander. Zijn benadering van competitie is: ‘Het draait allemaal om onszelf.’ Als we onszelf maximaal hebben voorbereid en het uiterste eruit hebben gehaald dan maakt het niet uit tegen wie we spelen.

Toen Carroll eenmaal tot het inzicht kwam dat het eigenlijk draait om de competitie die we tegen onszelf spelen, veranderde zijn kijk op het concept ‘tegenstander’ volledig. Veel mensen verwarren ‘tegenstander’ met ‘vijand’, maar volgens Carroll werkt dat contraproductief. De tegenstanders zijn niet je vijanden. Tegenstanders zijn de mensen die je de mogelijkheid bieden om succesvol te zijn. Als we tegen een sterke tegenstander spelen worden we nog meer gedwongen om op ons allerbest te spelen. Vanuit een extreem perspectief zou het zelfs een reden kunnen zijn om van de tegenstander te houden. Aan het eind van de dag is juist de tegenstander degene die je de mogelijkheid geeft om het beste uit jezelf te halen.

Wanneer we zeggen ‘het draait allemaal om ons’ betekent dit niet dat we geen rekening houden met de tegenstander. Natuurlijk moet je je optimaal voorbereiden op een wedstrijd, en daar hoort een analyse van de tegenstander bij. Maar wat volgens Carroll belangrijker is, is dat we de focus leggen op dat wat we kunnen controleren. En daar hoort de tegenstander niet bij. We hebben simpelweg geen controle over datgene wat onze tegenstanders doen; we kunnen alleen controleren wat wij doen. We willen ons potentieel optimaal benutten. Om dat voor elkaar te krijgen moeten we onze volledige focus richten op de eigen energie en inspanning. Winnen voor altijd betekent volgens Carroll: ‘De best mogelijke versie van jezelf willen zijn, oftewel je potentieel maximaliseren.’

“De competitie in de NFL is zo intens en het niveau van expertise zo hoog dat alleen de sterksten overleven. De sterkste teams zijn de teams die als organisatie het meest verenigd zijn.” — Pete Carroll

Geloofsysteem
Op het meest fundamentele niveau komt Carroll zijn filosofie neer op: ‘‘Doe de dingen beter dan dat ze ooit gedaan zijn.’’ In zijn geloofsysteem maakt hij een onderscheid tussen: overtuigingen, stijl en regels. Carroll is ervan overtuigd dat alle kleine dingen tellen. Hij vindt dat je alles en iedereen moet respecteren. De stijl van zijn teams wordt gekenmerkt door aspecten zoals: hard werken, groot enthousiasme, geweldige weerbaarheid en speel slim. Carroll heeft drie regels opgesteld die het fundament van zijn geloofsysteem vormen. Hij geeft aan dat de drie regels niet in alle situaties toepasbaar zijn, maar ze wel een basisframe bieden om een cultuur te creëren waarin mensen het beste uit zichzelf halen.

De drie regels die hij hanteert:

  1. Bescherm altijd het team
    Deze regel draait allemaal om het herkennen van de consequenties van je acties. Het beschermen van het team draait allemaal om het geweten van spelers. Carroll wil hiermee bewerkstelligen dat zijn spelers zich volledig bewust zijn van datgene wat ze doen. Dat ze begrijpen dat elke beslissing die ze maken effect heeft op het team en op iedereen die afhankelijk is van de prestaties van het team. Regel 1 kan op allerlei manieren worden toegepast, maar deze regel komt het beste van pas wanneer een wedstrijd verloren wordt. Carroll illustreert dit met het volgende voorbeeld:‘‘Op sommige momenten was de publieke opinie na een verlies dat we te ver uit koers waren geraakt. Op deze momenten toonden we veel veerkracht en een groot gedeelte van deze veerkracht had te maken met het feit dat we leunden op regel 1. Een jonge atleet verliest vrij makkelijk zijn focus of faalt in het uitvoeren van zijn opdracht en het is onze taak als staf om in te spelen op zijn geweten. Regel 1 staat ons toe om dat te doen. Wanneer een bepaalde fase van een wedstrijd niet goed was, dan waren we voorzichtig in onze analyse. We wilden niet één iemand de schuld geven, maar we maakten wel duidelijk dat wanneer iemand faalde in de uitvoering, dat het misschien kwam omdat hij zijn verantwoordelijkheid niet volledig begreep. Regel 1 was ook een instrument om ons programma buiten het veld te beschermen, maar gelukkig hoefden we niet zoveel disciplinaire maatregelen te nemen. En regel 1 was een belangrijke reden waarom niet.’’
  2. Niet klagen, niet zeuren, geen excuses
    Deze regel gaat over het herkennen van je taal en je innerlijke dialoog. Carroll gelooft sterk in de kracht van intenties en hij wil dat alle spelers en de staf via zijn coachprogramma op een positieve manier worden gevormd. Een negatieve mentaliteit trekt negatieve gedachtes aan, en een positieve mentaliteit trekt positieve gedachtes aan. Dit betekent niet dat je problemen moet negeren, verre van dat. Wanneer één van zijn spelers een direct probleem met Carroll of met de manier waarop hij coacht heeft, dan wil Carroll dit weten. Het moment waarop deze frustraties geuit worden is belangrijk, en dat betekent dat Carroll zijn deur altijd open staat voor de spelers. Wanneer een speler ongelukkig is over zijn speeltijd wil Carroll dat deze speler eerst met zijn coaches praat voordat hij gaat klagen bij zijn teamgenoten. Carroll zegt hier het volgende over:‘‘Als coach willen we direct inspelen op bepaalde problemen (in plaats van ze te negeren) zodat bepaalde spelers niet ontmoedigt raken door andermans geklaag. Ik stelde ooit na een wedstrijd de volgende vraag aan één van mijn spelers (Carson): ‘Wat vond je van je optreden?’ Hij reageerde: ‘Het is zo typisch, ik speel altijd goed behalve op het moment dat het er het meest toe doet.’ Op dat moment onderbrak ik hem en zei: ‘Carson, praat nooit meer op deze manier.’ Het was een typisch voorbeeld van Carson’s krachtige negatieve zelfspraak. In plaats van dat hij de competitie aanging met zijn zelftwijfel, had hij toegegeven aan een negatieve verwachting en het neergezet als een feit. Zelfspraak is erg krachtig en uiteindelijk creëert het geanticipeerde resultaten. De maanden die daarop volgden sprak ik veel met Carson over positieve affirmaties. Voor hem stond in deze periode het thema ‘positieve zelfspraak’ centraal. Laat ik als eerste zeggen dat het volgen van regel 2 moeilijk kan zijn. Het is vaak makkelijker om te zeuren, te klagen en excuses te zoeken. Geloof me, ik ben vaak in de verleiding gekomen om die kant op te gaan. Het was moeilijk om mijn naam op de voorpagina van de New York Post en de Boston Globe te zien waarin beide kranten op mijn ontslag aandrongen. Het was moeilijk om van twee verschillende eigenaren te horen dat zij vonden dat ik niet datgene was om hun NFL organisaties te leiden. Het was vreselijk om vijf keer ontslagen te worden en weer te moeten verhuizen met mijn familie. Ik hekelde iedere minuut daarvan, maar ik vond een weg om die meningen en keuzes niet te veroordelen. Ik hield me vast aan de competitieve gedachte dat ik gewoon nog een andere kans nodig had.’’
  3. Ben vroeg
    De derde en laatste regel in Carroll zijn programma is niet wereldschokkend, maar wel cruciaal: ‘Ben vroeg’. Hierbij draait het allemaal om goed georganiseerd en voorbereid te zijn. Om vroeg te zijn moet je je prioriteiten op orde hebben. Je moet dusdanig georganiseerd zijn totdat je het punt heb bereikt waarbij je een plan hebt en dit plan ook effectief kunt uitvoeren. ‘Ben vroeg’ heeft een andere betekenis dan ‘op tijd zijn’. Als je tien minuten voor aanvang van een training aanwezig bent dan ‘ben je op tijd’ maar als je optimaal voorbereid wilt zijn voor de training dan ‘ben je vroeg’. Een heel belangrijk nuanceverschil.

Door afspraken na te komen respecteer je het proces waar je met zijn allen in zit. Alleen als iedereen deze afspraken respecteert en naleeft is het volgens Carroll mogelijk om de beste te worden. Dat Carroll zijn filosofie beperkt tot drie regels was een erg bewuste keuze. De reikwijdte van deze filosofie is namelijk erg breed. Iedere opkomende situatie of misstap kan hiermee worden gedekt. Het begint volgens Carroll dus allemaal met het geweten van een speler. Vervolgens draait het om de speler zijn taal en zelfspraak. Het proces eindigt met het opbrengen van de discipline en het respect om de dingen goed te doen. Net zoals elke organisatie heeft een sportteam regels en richtlijnen nodig. Daar is Carroll zich goed bewust van.

Klimaat — Training is alles
Naast de drie bovengenoemde grondregels is ‘klimaat’ een ander belangrijk aspect uit Carroll zijn coachfilosofie. Carroll schept in zijn teams een klimaat waarin training alles betekent. Want competitie spelen is het uitgangspunt, maar het daadwerkelijk doen is waar het in essentie om draait.

Op basis van zijn opgedane ervaring als coach durft Carroll te stellen dat trainen alles is. Door ‘trainen is alles’ op een hoog niveau in zijn zelfontworpen piramide te plaatsen, maakte Carroll bewust een statement. In de filosofie van ‘Altijd Winnen’ is het thema: ‘doe de dingen beter dan dat ze ooit gedaan zijn.’ Hier hoort ook zeker de football training bij. Voor Carroll is training niet iets wat noodzakelijk is als voorbereiding op een wedstrijd. Hij beschouwt training als iets waarbij zijn team de mogelijkheid wordt geboden om optimaal te presteren, en dus om het beste in jezelf naar boven te halen. Carroll gelooft dat de manier waarop we trainen net zo veel over ons zegt als de manier waarop we wedstrijden spelen. Hij zegt hier het volgende over:

‘‘Het is de uitermate zelfverzekerde atleet die de beste kansen heeft om te presteren naar haar of zijn volledige potentieel. Met dat in mijn achterhoofd heb ik altijd het gevoel gehad dat het mijn plicht is om mijn spelers precies te laten zien hoe zij hun zelfvertrouwen kunnen ontwikkelen. Ze moeten bereid zijn zich zo voor te bereiden dat hun vaardigheden maximaal worden ontwikkeld. Ze moeten een grote mate van betrokkenheid tonen op alle gebieden. Ze moeten de verantwoordelijkheden van hun posities weten. Ze moeten weten hoe ze binnen het team in het totaal concept passen. In principe moeten ze iedere steen omdraaien in termen van voorbereiding en paraatheid. Al deze factoren dragen bij aan een optimaal gevoel van zelfvertrouwen en bekwaamheid om te presteren met een rustige geest in de afwezigheid van angst. Een training leent zich uitstekend om dergelijke zaken in praktijk te brengen.’’

“De manier waarop we trainen definieert wie we zijn, het is niet iets wat we moeten doen als voorbereiding op een wedstrijd, maar onze training is een competitieve activiteit op zichzelf.” — Pete Carroll

Presteren — Weten dat je gaat winnen
Een andere belangrijke bouwsteen van de filosofie van Carroll vat hij samen als ‘Presteren, weten dat je gaat winnen’. Als je zo hard gewerkt hebt dat geen enkele gedachte je af kan leiden, dan ontstaat er een mindset van ‘weten dat je gaat winnen’. Zelfvertrouwen en relatievertrouwen (vertrouwen in je teamgenoten) vormen hierbij de uitgangspunten. Carroll beredeneert dit als volgt:

‘‘Met een constante training op het allerhoogste competitieniveau gaan spelers uiteindelijk een punt bereiken waarop ze presteren in de afwezigheid van angst. Dit presteren in afwezigheid van angst komt doordat ze zoveel zelfvertrouwen hebben opgebouwd door erg hard te trainen. Wanneer een speler optimaal vertrouwen in zichzelf, in de mensen om hem heen en in de trainingsschema’s heeft, is hij volledig vrij om zichzelf te focussen en te presteren in de afwezigheid van angst.’’

“Dit is waar topteams een veel gekoesterde eigenschap hebben ontwikkeld. Ze weten dat ze gaan winnen. Wanneer je weet dat je gaat winnen word je niet afgeleid door twijfel of zorgen. Je kunt presteren met een ‘stille geest’, zonder te worden afgeleid door angst. En het is mijn taak om dit ‘weten dat je gaat winnen’ te helpen ontwikkelen. Een verantwoordelijkheid die ik met open armen ontvang.’’

Wat is jouw visie?
Het is mooi om te lezen hoe een coach als Pete Carroll zich gedwongen heeft om zijn filosofie tot in detail uit te werken. Het boek Win Forever is een echte aanrader.

Maar nu even naar jou? Hoe scherp heb jij de details van jouw filosofie voor ogen? En hoe goed kun jij deze articuleren?

Als je een visie hebt, maar nog niet goed genoeg nagedacht hebt over de details, dan kun je je visie ook niet daadkrachtig overdragen. Hierdoor ontstaat onduidelijkheid en miscommunicatie. Je visie verwoorden is geen makkelijk proces. Het is een intensief traject van zelfonderzoek. Het vraagt om commitment en geduld. Maar als je ziet dat je stapje voor stapje je visie beter leert verwoorden, dan geeft dit een enorme power. Je straalt daadkracht en zekerheid uit en je communiceert je visie kraakhelder. Er is geen ruimte voor miscommunicatie.

Het uitschrijven van jouw visie maakt het verschil tussen goed en absolute top, en dat is een wereld van verschil in een prestatieomgeving waarin elk detail telt.