Laatst was ik in een mooi restaurant in Amstelveen om een tafel voor te zitten van Directeuren Netwerk.

De aanwezige horecamedewerkers hadden de taak gekregen om onze tafel coronaproof te maken. Oftewel, de tafel zo in te richten dat 8 mensen konden lunchen zonder hierbij de richtlijnen van de wettelijke afspraken te negeren.

Richtlijnen voor de gezondheid zijn belangrijk, maar als tafelvoorzitter kijk ik ook naar de opstelling zodat de energie optimaal kan stromen.

Nadat ik had aangegeven niet gelukkig te zijn met de setting zoals deze er nu stond, hebben ze de opstelling nog twee keer veranderd. Ik twijfelde nog steeds. Een van de medewerksters maakte toen de opmerking: “Maar ik ga de tafel niet weer opnieuw indelen.”

Ik reageerde instinctief en zei direct: “We veranderen net zolang van opstelling totdat ik vind dat de opstelling staat zoals ik hem hebben wil.” Zonder daarbij natuurlijk de veiligheidsregels aan de laars te lappen.

Ik kreeg vervolgens een blik toegeworpen zo van: flikker eens een eind op, lul.

Op zulke momenten heb ik er schijt aan wat mensen van mij vinden. Ik word ingehuurd om de best mogelijke kwaliteit te leveren en doe geen concessies aan die norm.

De eigenaar was ook in de buurt en die speelde direct in op de situatie en besprak vervolgens met mij de mogelijkheden. Het probleem was snel opgelost.

Toch voelde ik aan alles dat die medewerkster mij alles behalve een toffe peer vond. Maar ja, dat is haar probleem.

Wil dit zeggen dat je het niet met je klanten oneens mag zijn? Natuurlijk mag dat wel, niets mis mee. Maar met aardig blijven bedoel ik in deze context dat je te allen tijde rekening blijft houden met de behoeften van de klant. Door te zeggen: “Maar ik ga de tafel niet weer opnieuw indelen”, gooi je als het ware de deur dicht voor het zoeken naar een oplossing.

Daar bouw je geen sterke relaties mee op.